Professionalisering en het bieden van evidence-based practice vroedvrouwenzorg maken deel uit van de opdracht van de vroedvrouw.
De vroedvrouw wordt verondersteld evidence-based practice zorg te bieden, kwaliteit van zorg na te streven en zich bij te scholen in het kader van de wettelijke accreditering (Familiezorg, 2007; Zorginstituut Nederland, 2012). Dit houdt o.a. in dat de vroedvrouw:
- Beschikt over het vereiste (geviseerde) diploma
- Aangemeld is bij het RIZIV
- Voldoet aan de voorwaarden voor permanente vorming betreffende het koninklijk besluit van 1 februari 1991 betreffende de uitoefening van het beroep van vroedvrouw (K.B. 8 juni 2007), namelijk 75 u/ 5 jaar (Vlaamse regering, 1991). Hierbij dienen minstens 7 uur reanimatievaardigheden van de neonaat en van de volwassene geïncludeerd te zijn, alsook bijscholing in het onderzoek van de neonaat.
- De deontologische regels van haar/zijn beroep en de internationale ethische code voor vroedvrouwen (ICM, 1999, updated 2002 & 2003), opgesteld door de ICM1, onderschrijft.
Inspiratie voor leden (toegang: enkel-leden)
Voetnoten
1 International Confederation of Midwives